Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [56]Een duizend van het schelden van een enige, van het schelden van vijf zult gij [allen] vlieden; totdat gij overgelaten wordt, gelijk [57]een mast op den top van een berg, en als een banier op een heuvel. 56. Vergelijk dit met Lev.26:8,36; Deut.28:25, en Deut.32:30. 57. Of, mastboom, hoge paal, gedenkteken, hoog verheven gedenkteken, een opgericht hout of hoge boom zonder takken of bladen. De profeet wil hiermede te verstaan geven dat degenen, die overblijven zouden, wel dun gezaaid zouden zijn, en zo lichtelijk te omzien en tellen, als een mastboom, of hoge paal, op een berg.